Obrazy na stronie
PDF
ePub

brouck, Mr. P. Aalberse en Ir. J. G. van Swaay nemen plaats op de officieele tribune.

Delegaties der Mogendheden zijn in groot getal aanwezig.

Eindelijk verschijnt Zijne Eminentie de Kardinaal-Legaat met gevolg, begeleid door Malthezer ridders. De Fanfare Pontificia van Crisanti schalt.

Onmiddellijk volgen, vergezeld van hun caudatarii, de Engelsche Kardinaal Bourne, de Oostenrijker Kardinaal Piffl, de Franschman Kardinaal Dubois, de Duitschers Kardinaal Bertram en Kardinaal Schulte, de Spanjaard Kardinaal Reig y Casanova en de Italiaan Kardinaal Sincero.

Als allen hebben plaats genomen, leest Mgr. Heijlen door den loud-speaker volgend telegram voor:

TELEGRAM VAN Z. H. DEN PAUS.

,,De H. Vader, gedurende deze heugelijke dagen in den geest en met het hart tegenwoordig op het Congres te Amsterdam, waar in zooveel plechtige vergaderingen de glorie van Jezus' Hostie wordt verbreid, dankt Uwe Hoogwaardigheid en door haar alle Congressisten voor de bewijzen van hulde en kinderlijke liefde, en voor de gebeden tot zijne intentie gestort: en zendt hun volgaarne den Apostolischen zegen, onder hernieuwing van den vurigen wensch, dat Jezus in de H. Eucharistie steeds meer en meer Zijn Rijk van broederlijke vereeniging en vrede uitbreide in de harten, de familiën en de gansche maatschappij."

(w. g.) KARD. GASPARRI.

Het reusachtige zangkoor van 3000 knapen der hoogste klassen van Amsterdams scholen, de theologanten der Groot-Seminaria van Utrecht, Haarlem en 's-Bosch, alsmede de Eerw. Broeders van Amsterdam, Amersfoort en Bussum, staat onder leiding van den Z.E. Pater Dalmatius v. d. Geest O.P. uit Nijmegen. Devootindrukwekkend golft het psalmgezang der Terts. Intusschen wordt de Kardinaal-Legaat met de pontificale gewaden bekleed.

Na de psalmodie schrijdt Zijne Eminentie Kardinaal van Rossum in vol ornaat, met mijter en staf, voort naar het altaar, om het H. Offer te beginnen.

Allen buigen eerbiedig het hoofd.

In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti, zoo begint de Celebrant, en de tienduizenden slaan devoot het kruisteeken. Opmerkelijk: die ontelbaren stil-devoot als in een tempel!

Confiteor.... allen belijden ootmoedig schuld.

Kyrië eleison! Heer, ontferm U onzer! ruischt het langs de rangen.

Maar dan stijgt 't „Gloria in excelsis Deo" ten hemel, en met die glorie aan God gebracht, voelen wij plotseling meer dan ooit den vrede door Engelen in Bethlehem verkondigd: „et in terra pax hominibus bonae voluntatis".

Laudamus Te! Wij loven U!

Benedicimus Te! Wij zegenen U!
Adoramus Te! Wij aanbidden U!
Glorificamus Te! Wij verheerlijken U!
Wij danken U voor Uwe groote glorie!
Ontferm U onzer!

Aanvaard onze smeeking!

Die zetelt aan de rechterhand des Vaders, ontferm U onzer! Gij zijt alleen heilig, Gij alleen de Heer, Gij alleen de allerhoogste Jezus-Christus. Met den Heiligen Geest, in de glorie van God den Vader. Amen!

Hoe vurig wordt medegebeden, als de Kardinaal-Legaat den hemel smeekt: „God, die door het hoogwaardig Sacrament van Uw Lichaam en Bloed de stad Amsterdam met ontelbare wonderen begunstigd hebt, verleen ons, smeeken wij, zulk een waar geloof in dit Sacrament, dat wij de vrucht Uwer verlossing voortdurend in ons mogen ontwaren."

En als het H. Evangelie aanvangt, staat de menschenmenigte eerbiedig op.

Wat zijn ze fier op hun geloof! Hoe welsprekend die stilte! Nu davert het ,,Credo" door de luchten.

Ontroerende momenten!

Credo!

De taal, door allen verstaan!

„Daar staan — aldus „De Tijd” — de bestuurders der Heilige Roomsche Kerk, uit alle streken der wereld, getogen naar de stad aan 't IJ, Europeanen, Afrikanen, Aziaten en Amerikanen; daar knielen de duizenden dankbare Hollanders, kloeke Duitschers, gemoedelijke Oostenrijkers, pittige Franschen, bedaarde Engelschen, vurige Italianen, honderden anderen uit verre, vreemde landen, waarvan de namen doen denken aan groene

zeeën en slanke palmen, aan zon en gouden vruchten, aan sneeuw en barren winter".

Credo!.... en weer rijzen op de bloedige dagen van weleer, toen het onsterfelijk Credo hoog uitklonk boven het brullen van hongerige leeuwen in het Colosseum, boven 't geloei der razende menigte.

Credo!.... Hoevelen duizenden hebben het te Rome beleden onder gruwelijkste folteringen!

Credo!.... Wie heeft zijn ,,Credo" niet met méér geestdrift en dankbare, aanhankelijke liefde herhaald in het Rome der Pausen, eens het Rome der Cesars!- Die geestdrift voelen we hier.

Credo!.... Hoevelen hebben hier voor 't eerst begrepen, wat gelooven is.... en meegesleept door 't bovenaardschegroote, 't meegezongen.... voor 't eerst!

Credo!.... in unam, sanctam, Catholicam et Apostolicam Ecclesiam: ik geloof in de ééne, heilige, Katholieke en Apostolische Kerk!

Het Offertorium heft oog en hart omhoog:

,,Ontvang, o Heilige Vader, almachtige, eeuwige God, deze smettelooze hostie, welke ik, Uwe onwaardige dienaar, U, mijnen levenden en waren God opdraag voor mijne ontelbare zonden en beleedigingen en verzuimenissen, en voor alle aanwezigen, maar ook voor alle getrouwe Christenen, levenden en dooden: opdat zij mij en hun strekke tot heil ten eeuwigen leven. Amen. Dan stijgt het,,Sursum corda" op.

Allen staan recht. Wij voelen naderen het verhevenst oogenblik.

Sanctus! Sanctus! Sanctus!

Met den Celebrant bevelen wij onze belangen aan God.

Het wordt doodstil. Men schijnt den adem in te houden. Diepe eerbied rondom. De H. Consecratie....

Deemoedig liggen allen geknield.

De gezant van den Hoogepriester consacreert.

De ridders van Malta presenteeren fier hun getrokken degen. We hooren alleen het fluisterend consecratie-woord, dat van

de bevende lippen van den Consecrator vloeit.

De God van hemel en aarde op het altaar....

Zijne Eminentie knielt.

Trompetten schallen.

Emmanuel.... God met ons!

Dáár straalt tusschen de gezalfde vingers de blanke H. Hostie. Door ontroerde tranen heen schouwen de oogen naar Jezus.... groeten de harten: Dominus meus et Deus meus.... mijn Heer en mijn God!

Geruischloos is de menschenzee.

Dit is de kelk van Mijn Bloed....

En terwijl de kelk des heils het kostbaar Bloed ten hemel heft, stroomen de zielen vol van Gods genade, vangen de zielen der dierbare afgestorvenen den druppelenden dauw, die hen verkwikt, jubelen Gods engelen en staan wijd open de gouden hemelpoorten, die geredden blij ontvangen.

Quis non fleret? wie weerhield zijn tranen. ... van puur geluk, van dankbare hemelvreugde....

Nu moge 't daveren door de luchten: Benedictus qui venit: gezegend de Christus, Die kwam onder ons!

De vredekus. Pax Domini!

De verbroedering der volkeren!
Wonderbaar schouwspel!

Wat geen volkerenbond, die den Godsgezant weert, vermag, bewerkt de Christus Eucharisticus.

Kardinalen en Bisschoppen vertegenwoordigen volken en landen: Pax tecum! Vrede met U!

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.... ontferm U onzer.... dona nobis pacem....geef ons den vrede.

Het Lichaam van onzen Heer Jezus Christus beware mijne ziel ten eeuwige leven!

De duizenden verzuchten aldus met den Celebrant. Gelukkige samenspraak der ziel met haren Bruidegom! Hoe dankten wij Christus voor ons heerlijk, Katholiek Geloof!

Benedicat vos omnipotens Deus, klinkt 't met heldere stem, Pater et Filius et Spiritus Sanctus. Amen.

Knielend ontvangen wij den zegen.

Wat was dat ontroerend-schoon!

We hebben den hemel geproefd in die onvergetelijke stonden! O God! wij danken U!

Evenals in St. Pieter te Rome, na de groote Paus-Mis, de H. Vader onder een storm van toejuiching de wereld-basiliek

verlaat, zóó ook schrijdt hier de Kardinaal-Legaat voort tusschen de dankbare menigte.

Zóó genoten hadden wij in de Mirakelstad nog nooit.

Te drie uur zou in het Stadion het Pontificaal Lof beginnen, waaronder de solemneele processie.

De apotheose van ons Congres!

Sinds half twee stroomden tienduizenden Congressisten binnen de muren van het grootsche Stadion. Trams, rijtuigen, auto's en velerlei voertuig brachten onafgebroken de menschen met honderden en duizenden aan.

Volgens politie-opgaaf stonden buiten de muren 2200 auto's, een getal, dat nimmer was bereikt.

De Directeur van het Stadion meende, dat wel 120.000 menschen binnen en buiten de muren waren geschaard.

Te half vier hebben Bisschoppen en Prelaten plaats genomen. Zijne Eminentie Kardinaal Van Rossum met gevolg, treedt vergezeld van 21 Malthezer Ridders, het Stadion binnen onder luide toejuichingen.

De Fanfare Pontificia van Crisanti weerklinkt.

Deken Stroomer, de Voorzitter van het Locaal-Comité, draagt onder doodsche stilte, voorafgegaan door 'n stoet van acolieten met brandende toortsen, het Allerheiligste naar het altaar onder het paviljoen.

Het gezamenlijke koor van alle Amsterdamsche kerken, ongeveer 800 mannen en 600 jongens, staat, onder energieke leiding van Hubert Cuijpers, gereed.

Zoodra het Allerheiligste op 't altaar is geplaatst, voelen we ons weer in de openlucht-kathedraal. En terwijl de zon schijnt mede te jubelen, klinkt het statig-imponeerend,,Ecce Panis", voor vierstemmig mannenkoor van Philip Loots, door de luchten. Dan volgt het wonderschoone „Panis Angelicus", voor vierstemmig gemengd koor, van W. P. H. Jansen.

Intusschen wordt de onafzienbare stoet der processie gevormd. En als het „Magnificat" jubelt, staat de geweldige menschenmassa op. Het vierstemmig mannenkoor zingt het liefelijk „Ave Maria", van Mgr. J. A. S. van Schaik.

Banieren zonder tal gaan ons voorbij. De harmonieën van Goulmy en Baar, alsmede der Volendammers en van Haarlemmerliede, dragen de Sacramentshymnen voort.

« PoprzedniaDalej »