Nederduitsche synonymen: of woorden, die elkanderen somwijlen vervangen kunnen, doch somwijlen niet, taalkundig, en ten deele ook etymologisch, Tom 1J. Immerzeel jr., 1820 |
Inne wydania - Wyświetl wszystko
Kluczowe wyrazy i wyrażenia
aanduidt aldaar anderzins beantwoordt bedr bedrijvende behoort beteekenis beteekent bezigt BILDERDIJK bladz BRANDT CATS daad daarentegen DECKER denkbeeld derwijze deszelfs dezelfde dezelve dien dikwijls dingen duiden duidt dusgenoemde EBERHARD eenige eerfte eigenlijk evenveel evenzeer fchatten fchen fchijnt fchoon fchrijven FEITH fich flaan flechts fleeds foortgelijk Franfchen ftaan fteeds ftellen fterk gansch gebezigd gebruikt gefchikt gefteld gelijk ftaat genoegzaam gezegd goed haer hart heerscht hetgene hetzelve HIGT HOOFT Hoogd hunne iemand iets inmiddels insgelijks intusfchen klank komt kracht laatfte woord laatſte lijk maken meermalen mensch naam Nederd noodig nopens offchoon onderfcheid onze oorfprong opzigte OUDAEN oulings perfonen plagt pleegt POOT regt SPANDAW ſtaat STATENBIJBEL Taalkundig woordenboek thans TOLLENS tusfchen tweeden naamval verfchillende vermelde verwant VOND VONDEL voorgemelde voortgebragt voorts voorzetfel Vrief Vriesch Vriesland waarloos waaromtrent WASSENBERGS wederom werkw werkwoord WESTERBAEN wezen wien zamen zegt zelfft zelfs zelven zulk